Kinderen leren geen Duits door te lezen of te schrijven
maar door te luisteren en te praten.
Ik leer Duits.
L ...
leren, ...
Ik leer, ...
Ik, ... leer, ... Duits, ...
willen, ...
Ik wil, ...
ik, ... wil, ... leer, ...
Ik, ... wil, ... Duits, ... leren, ...
kind, ...
kinderen, ...
kinderen, ... leren, ...
Kinderen, ... leren, ... Duits, ...
kinderen, ... willen, ... Duits, ... leren, ...
Duits, ... leren, ...
Ik, ... leer, ... hou van, ... Duits, ...
Ik hou van kinderen, ...
Hoe, ...
Leer, ... jij, ... Duits, ... hoe, ... kinderen, ...
Ik, ... zoals, ... Duits, ... hoe, ... kinderen, ... leren, ...
luister, ...
kinderen. ... luister, ...
kinderen, ... luisteren, ... naar, ...
kinderen, ... leren, ... Duits, ...
kinderen, ... leren, ... Duits, ... door, ... luisteren, ...
zichzelf, ... vermaken, ...
kinderen, ... praten, ...
kinderen, ... leren, ... Duits, ... door, ... spreken, ...
kinderen, ... leren, ... Duits, ... door, ... luisteren, ...
Kinderen, ... leren, ... Duits, ... door, ... spreken, ...
kinderen, ... leren, ... Duits, ... door, ... luisteren, ... en, ... spreken, ...
aan het doen, ...
kinderen, ... doen, ...
kinderen, ... leren, ...
kinderen, ... leren, ... door, ... luisteren, ...
kinderen, ... leren, ... door, ... spreken, ...
kinderen, ... leren, ... door, ... luisteren, ... en, ... spreken, ...
niet doen, ...
onthouden, ... jij, ...
kinderen, ... leren, ... niet doen, ...
kinderen, ... leren, ... nee, ... Duits, ...
lezen, ...
kinderen, ... lees, ...
kinderen, ... leren, ... Duits, ... niet, ... door, ... Lezen, ...
schrijven, ...
kinderen, ... schrijven, ...
kinderen, ... leren, ... Duits, ... niet, ... door, ... Schrijven, ...
kinderen, ... leren, ... Duits, ... niet, ... door, ... lezen, ...
kinderen, ... leren, ... Duits, ... niet, ... door, ... lezen, ... of, ... schrijven, ...
kinderen, ... leren, ... Duits, ... niet, ... door, ... Lezen, ... maar, ... door, ... luisteren, ...
kinderen, ... leren, ... Duits, ... niet, ... door, ... schrijven, ..,
... leren, ... Duits, ... niet, ... door, ... schrijven,... maar, ... door, ... luisteren, ...
kinderen, ... leren, ... Duits, ... niet, ... door, ... lezen, ... of, ... schrijven,... maar, ... door, ... luisteren, ...
kinderen, ... leren, ... Duits, ... niet, ... door, ... lezen, ... of, ... schrijven,... maar, ... door, ... spreken, ...
kinderen, ... leren, ... Duits, ... niet, ... door, ... lezen, ... of, ... schrijven,... maar, ... door, ... luisteren, ... en, ... spreken, ...